Vastgoedkoning gaat de lucht in

www.bizz.nl, Uitgave 2002-02

Hoogvlieger

Amsterdam zou er anders uitzien zonder Erik de Vlieger (41) die met zijn onderneming IMCA als een razende Roeland investeert. Snel en groot zijn geen vieze woorden voor deze onconventionele en fantasierijke durfal. De projectontwikkelaar, uitgever en industrieel valt nu op door zijn luchtvaartambities. "Mijn investeringen daarin zijn koude zakelijke transacties. Niks geen romantiek."

Joost Bijlsma

Het holdingkantoor in Amsterdam ademt de sfeer van een bemiddeld reclamebureau. Op de zestiende verdieping van de Teleporttower - organische Alberts/Van Huut-architectuur, hoofdhuurder Regus - huist het hoofdkwartier van de Internationale Machinehandel voor de Confectie-industrie Amsterdam (IMCA). Weinig wijst er op dat dit het commandocentrum is van een concern met 600 miljoen gulden omzet en 380 medewerkers. Toch leidt Erik de Vlieger van hieruit zijn vele bv’s met fantasierijke namen als Gotham City, Fly Metropolis, Vacancy Fund, De Lytse Side, Art Multinational en Millennium Twins.

Romantiek
De gymleraar-lookalike die zonet zwaaide, blijkt De Vlieger in hoogst eigen persoon. De ondernemer mag het wel als hij niet direct wordt ingeschat als de succesvolle zakenman. "Echt representatief zie ik er niet uit, maar ik hou nu eenmaal van makkelijke schoenen en sportieve kleding", verontschuldigt hij zich. De Vlieger haat winkelen én hokjes: "Dan vragen ze je: ‘Ben je niet de Nederlandse Richard Branson?’ Wat een onzin! De verhalenmakers scheppen een onterecht beeld van mij. Ik zou een anticyclische investeerder zijn met een voorkeur voor romantische projecten. Onzin. Het zal wel komen omdat ik iets in de luchtvaart doe. Dan zien mensen toch een Royal Air Force-piloot met een grote snor voor zich. Voor mij zijn mijn aankopen van vliegtuigmaatschappijen gewoon koude zakelijke transacties zonder romantiek. Gezien de omstandigheden duurt het nog even voor we winst maken." Als we dan toch een beeld van hem moeten schetsen, is hij ‘gewoon’ een veelzijdig entrepreneur. "Ik zit in de jachthavens, scheepsbouw, onroerend goed, tijdschriften en roept u maar. Dat brede geeft me een prima gevoel. Je spreidt risico’s en je hebt lol in je zakenleven. En er ontstaan natuurlijk kruisbestuivingen."

Wereldmarktleider
Toen Erik de Vlieger 20 was, in 1981, namen hij en zijn broer het internationale textielmachinehandelsbedrijf IMCA van hun vader over. "Tot dan toe schoven we met naaimachines. Met mijn broer besloot ik in de productie te gaan. Omdat wij relatief grote denkers zijn, streefden wij ernaar wereldwijd de grootste te worden. In de jaren tachtig hadden we internationaal vijf productiebedrijven, waaronder een in Tsjechië van de beurs gehaald bedrijf. Er werkten 2.800 mensen bij ons en we deden alles zelf: van de aankoop van het staalgruis tot aan het drukken van de brochure. Met Alpinvest en ABN Amro probeerden we uiteindelijk het Duitse bedrijf Dürkopp-Adler over te nemen waardoor we wereldmarktleider zouden worden. We kregen de kans, maar toch heb ik de overname afgeblazen. Ik, een in Zandvoort geboren Amsterdammer, wilde niet vijf jaar in Bielefeld gaan wonen. Eerlijk gezegd scheet ik ook in mijn broek. En voor onze familie was het onacceptabel dat we zelf geen meerderheid zouden hebben." Het tegenovergestelde gebeurde. IMCA nam Dürkopp-Adler niet over, maar verkocht juist zijn productiebedrijven aan deze Duitse onderneming. Die verkoop maakte IMCA opnieuw tot een handelsbedrijf. "Ik was 29 en moest leven met een bedrijf dat qua dimensie tien keer kleiner was. ‘Dat houd ik niet vol. Dat is me te klein’, heb ik toen gezegd."

Oorlogskas
De Vlieger gooide het roer bij IMCA radicaal om. De naaimachinehandel werd een dochteronderneming, geleid door zijn broer Frans. Erik de Vlieger zelf kreeg een meerderheidsbelang in moeder IMCA Groep. Door de verkoop van de productiebedrijven had deze onderneming een enorme kas. Met dit kapitaal ging De Vlieger aan de slag, met de ambitie groot te worden. Het eerste waarop hij zich stortte, was de vastgoedmarkt. "Tussen 1991, het begin van de vastgoedcrisis, en 1995 zijn we ongelooflijk te keer gegaan. We kochten veel gebouwen, renoveerden, verhuurden en deden de marketing. Zo bouwde ik een vastgoedteam op met een miljardenportefeuille. In vierkante meters horen we inmiddels tot de top 10." Toch ontkent De Vlieger dat hij alleen uit is op groot, groter, grootst. "Dat geeft me geen kick." Waar het hem om gaat, is het runnen van ‘een fijn gezellig bedrijf met lekkere mensen’, waar hij zijn gang kan gaan. "Ik hoef mijn macht zelden te laten gelden. Maar als het over de financiën gaat, heb ik het laatste woord. Probeer niet uit de budgetten te lopen, want dan gaan alle sirenes loeien. Financiën is het zwaarst bezette onderdeel van mijn bedrijf." Wat geeft hem wel een kick? Hij somt op: "Een mooie brochure, een jong iemand die in het kader komt of hier op deze plek ‘s morgens mijn krantje lezen." De Vlieger zit in een lange loungebank met een weids uitzicht. De bank staat in een uitsparing die als een vliegende schotel aan de zestiende verdieping kleeft. Onder hem valt de avond over het noordwesten van Amsterdam. Een toepasselijke plek. De ondernemer gaat immers prat op de Noord-as van de hoofdstad. "Niemand vond het iets, maar waar moet Amsterdam anders naar toe?" De Vlieger wijst naar de horizon. Hij heeft ongeveer 45 hectare grond op de as Haarlem - westelijk havengebied - Amsterdam-Noord. Geen wonder dat hij zich tegen de Zuid-as verklaart. "Ik vind het helemaal niets, zo’n opeenhoping van veel te duur commercieel onroerend goed. Daarom heb ik gezegd dat ik een alternatief wilde bieden."

Cruiseschip
Gemeente en pers weten hem te vinden. Zeker in Amsterdam waar hij bekend is van de Bickerswerf, Teleport Tower, Millennium Tower en Graansilo. En als de aandacht verslapt, komt hij met een idioot idee, bijvoorbeeld om het 45 meter hoge klassieke cruiseschip Rembrandt om te bouwen tot een drijvend hotel voor 600 personen in Amsterdam. "Mooi plan. We waren het eens over de prijs. Toch ga ik het niet kopen. Er zit voor miljoenen asbest in." Natuurlijk is niet iedereen van hem gecharmeerd. De krakers van het pand Het Paard van Amstel zien in de eigenaar van ‘hun pand’ "een megalomaan." Op hun website: ‘Erik wist door middel van een spektakulair staaltje spekulatie de marktprijs binnen 15 minuten van een geschatte waarde van 1,5 miljoen gulden, via een tussenpersoon, van 2,45 naar 2,8 miljoen gulden op te krikken.’ De Vlieger heeft een hele klus om in de vastgoedwereld iedereen te vriend te houden. "Onroerend goed is een wereld vol jaloerse ouwe wijven die je bij succes gauw stigmatiseren. Het is een vlakke, vervelende business waarin het draait om geld, geld en geld. Eigenlijk voel ik me er zelf niet echt in thuis. Daarom heb ik een directeur aangesteld: Ton van Oosten." Dit vastgoedtalent haalde De Vlieger bij DTZ Zadelhoff. Zelf werpt hij zich nu meer op de andere activiteiten van IMCA.

Koersk
Er is voldoende te doen. Een eerste ‘nevenactiviteit’ is het beheer van jachthavens. De anekdote wil dat de pleziervaarder (notarisboten) zijn eerste jachthaven kocht, omdat de service hem niet aanstond. Er volgden er nog veel meer. De Vlieger stalde ze in een nautisch beleggingsfonds als verlengstuk van de vastgoedactiviteiten. Want een jachthaven is volgens hem "de exploitatie van het water en tegelijk de ontwikkeling van een stuk onroerend goed." Via de jachthavens verzeilde de ondernemer in de watergebonden industrie. Hij kocht de voormalige noodlijdende ADM-scheepswerf die hij Shipdock doopte. Daarna voegde hij nog machinefabriek Niron, staalbouwer Nista en kranenbouwer Figee aan zijn verzameling zware industrie toe. Vol trots: "We zijn bouwer van de Giant 4 die de Koersk heeft gelicht. Ook hebben we een mooie order van de marine gekregen: de Zuiderkruiser. En Figee mag een containerterminal leveren in Jemen." Van industrie gaat zijn hart duidelijk sneller kloppen dan van vastgoedbusiness. Maar de nevenactiviteit die hem het meest na aan het hart ligt, is media. "Het spreekt me enorm aan om van niets iets te maken." Hij wil van zich doen spreken met tijdschriften, radio en televisie. Met zijn Nederlandse Tijdschriften Groep en Nederlandse Radio Groep (Colorful Radio) is hij op weg. De tijdschriftengroep geeft elf titels uit, waaronder Lounge, Squeeze en Aloha. "Ik wil groeien naar 25. Dat wil zeggen: 25 verschijningsmerken. Om elke titel moet een vierkant komen van tijdschrift, internetsite, horecagelegenheid en televisieprogramma." Kom niet aan met het verhaal dat het een moeilijke branche is. "Ik kijk niet naar anderen of marktomstandigheden. Als ik mogelijkheden zie, dan ga ik ervoor. Ik ben het beu alle recessieterroristen aan te moeten horen. In tijden van minder groei kun je juist de mooiste kansen grijpen."

Franse voetbalclubs
IMCA kan slagvaardig opereren, omdat het bedrijf in elkaar steekt als een hecht netwerk met één duidelijke leider. Om het netwerk in stand te houden, wordt nieuw personeel vooral in de kennissenkring geworven. Het resultaat is een losse, communicatieve cultuur van mensen die elkaar de bal toespelen. "Ze komen bij me met een aanbod. Werken het panklaar uit. Dan kijk ik ernaar of zet ik er een team op." Op die manier belandde het bedrijf ook in de luchtvaart. "We verhuurden een pand aan luchtvaartmaatschappij Base Airlines. We kregen het advies het over te nemen. Maar we konden niet voorkomen dat het bedrijf over de kop ging. We hebben toen het personeel overgenomen en de vliegtuigen gekocht van de leasemaatschappij. Want wij hebben een hekel aan leasen." En zo ging De Vlieger vlak voor 11 september in de luchtvaart. De nieuwe maatschappij werd Fly Metropolis gedoopt. Deze in Eindhoven gevestigde luchtvaartmaatschappij met 50 medewerkers vliegt met drie Braziliaanse Embraers E-120. De maatschappij doet charters, onder meer in opdracht van Franse voetbalclubs, maar ook lijnvluchten. De bestemming Malmö werd ‘overgenomen’ van de KLM. De Koninklijke geeft vanwege de rentabiliteit de voorkeur aan Kopenhagen, nu een tunnel de Deense hoofdstad met het Zweedse Malmö verbindt. Wat is het meest riskante wat hij doet? "De vliegtuigen. Als een toestel stilstaat, hol je achteruit." Zou De Vlieger Fly Metropolis even makkelijk weer verkopen als er een goede bieder komt? "Ja." Is hij niet bang dat mensen van Fly Metropolis boos worden als hij zoiets zegt? "Ja." Waarom zegt hij het dan toch? "Omdat ik gewoon zeg wat ik wil zeggen. Als ik alles moet zeggen om er zelf minder slecht van te worden, word ik daar ongelooflijk moe van."

Geile deal
Als vanzelf zet De Vlieger in op meerdere troeven in de luchtvaart. Voorlopig de laatste nevenactiviteit, want de branchevreemdheid moet niet nog groter worden. "Door die crisis barst het van de mogelijkheden. Ik denk sterk over een paar overnames." Dat blijkt direct na het interview. Een collega stormt juichend binnen met een briefje waarop met koeienletters een naam staat. De Vlieger: "Is ‘ie echt rond? Ongelooflijk." Tegen de interviewer: "Ik kan niet veel zeggen, maar wel dat Fly Metropolis vervijfvoudigd is! Wat een geile deal zeg."